Geef mij nu je angst
Door de ogen van een uitvaartleider…
De kist wordt twee keer verbreed. Dit, om ervoor te zorgen dat mevrouw netjes en ‘comfortabel’ komt te liggen. De verzorging gaat plaatsvinden. Haar kleurige kleding hangt gestreken aan een hanger te wachten. De kleur van de lippenstift wordt nog even gecheckt.
"Geef mij nu je angst,
we geven er trots voor terug..."
Van de dochter, die op eigen verzoek buiten de verzorgingsruimte wacht, krijg ik even later - voorzichtig en met trillende lippen - de vraag of de verzorging is gelukt. En of de kist past. Ze vraagt het op een manier die liefdevolle zorg met een heel rauw randje doet vermoeden . Haar ogen vullen zich met tranen.
“Waar zit de pijn?” is de directe vraag die ik stel.
De dochter breekt.
Kom maar, denk ik. Het mag eruit.
En het komt eruit. De pijn blijkt angst.
Het blijkt dat haar moeder het verre van gemakkelijk heeft gehad. Er was heel veel schaamte. Opgelegd door anderen. Onbegrip. Verwarring. Angst. Eenzaamheid. En nu bij de dood, is er wederom sprake van schaamte. Angst. Angst voor onbegrip. Weer die eenzaamheid.
Zelfs nu ze dood is, is de dochter bang dat haar moeder wordt gekwetst. De dochter weet immers niet beter dan dat er nare opmerkingen worden gemaakt. Over het postuur van haar moeder. Dat was in het ziekenhuis bij het naderende einde helaas niet anders. Eigenlijk is dat nooit anders geweest, waar ze ook kwam. De dochter vertelt wat er door de jaren heen zoal is gezegd. Of het nu van een arts kwam, van de postbode of van een vreemde. Het is om te janken. Alsof het niet om een mens ging. Veroordeeld op het eerste gezicht.
De dochter gelooft dan ook eigenlijk niet dat wij geen opmerkingen hebben gemaakt. Of zullen maken. Grappen over die enorme vrouw.
Ik kijk haar aan en zeg dat ik haar begrijp. Haar angst. De eenzaamheid in haar gevoel begrijp ik ook. Immers is aan mij ook duidelijk te zien dat opmerkingen over mijn postuur niet in de categorie ‘meid wat ben je slank’ vallen.
"Maar jullie hebben nog niets naars over mijn moeder gezegd... Ik zit maar te wachten en stiekem te luisteren tot de eerste opmerking… of dat er gedoe is…" Haar adem stokt en er komt nog meer verdriet uit.
"Omdat het niet nodig is," is mijn reactie "want jouw moeder is en was niet haar postuur. Ze is en was jouw moeder. Bij ons telt respect. Voor ieder mens. Kom maar even bij je moeder kijken… ze is werkelijk prachtig."
Tranen blijven komen, maar nu niet van verdriet. Wel van opluchting. En zo nam zij afscheid van haar moeder. Zonder angst en mét een trotse glimlach.
Natascha Honigh Madrid