Een fout in de kaart
Ellen (73) was een bekende in het dorp. Dat kwam omdat zij haar hele leven lang lerares was geweest op de basisschool. Streng maar rechtvaardig, zei een van haar oud-leerlingen over haar. Als Ellen boodschappen deed in de plaatselijke buurtsuper, dan was zij niet zomaar klaar. Zij zag veel oud-leerlingen en had nog steeds voor iedereen een belangstellend praatje klaar.
Zij had een zwak voor de Nederlandse taal. De verloedering daarvan, zoals zij dat zelf zei, kon zij maar moeilijk verteren. Een brief moest een duidelijke inhoud hebben. Naast de inhoud, die zorgvuldig opgebouwd moest worden, was de spelling nog veel belangrijker. En wat dacht je van de grammatica? Een d of een t? Ellen wist er wel raad mee. ‘Als ik wel eens mijn huiswerk terugkreeg dan wist ik niet meer of ik het nu met een blauwe of rode pen had geschreven’, vertelde Mark, ook een oud-leerling, tijdens zijn toespraak in de aula. Er werd gelachen om de herkenbaarheid.
De rouwkaart van Ellen was een bijzondere. Geen typeletters, maar het leek alsof de rouwkaart geschreven was. Een handschrift met vloeiende lijnen. Sommige woorden schreven wij expres fout, om vervolgens, met rode pen, de correctie weer te geven. Net zoals vroeger in je schoolschrift. Voor het eerst in mijn leven keurde ik, als uitvaartverzorger, fout geschreven woorden goed.
Er kwamen veel reacties op de rouwkaart van Ellen. Ook nog een tip van Mark: ‘’Ik wil eigenlijk de datum van overlijden doorhalen en een jaartal schrijven die minstens 10 jaar later is’.
Een fout in de kaart? Soms mag dat.
Alexander van der Pijl