De vlag uit
Sijntje (91) overleed na een lange periode van ziekte in het verpleeghuis. Ze was een warme, zorgzame vrouw en het kloppend hart van een hecht gezin. Tien jaar eerder had ze afscheid moeten nemen van haar man Tjeerd. Nu belde de familie mij om alles te regelen. “Net zoals bij Pa,” zei de oudste zoon Henk beslist.
Tijdens het bespreken van de uitvaart zei schoondochter Vanessa: “Die laatste twee jaar in het huis waren zwaar. Ze gleed langzaam weg in de mist van dementie en herkende ons niet meer. Ze was niet meer zichzelf. Tegen de verpleging kon ze soms erg onaardig zijn. En dat terwijl ze altijd zo’n lieverd was.”
De crematie vond plaats op zaterdag. Vanuit het verpleeghuis vertrok het gezin – toevallig op dezelfde dag dat het huis zijn jubileum vierde. De hoofdingang was feestelijk versierd met ballonnen, en er wapperden drie grote vlaggen buiten. “Kunnen we hier wel naar buiten?” vroeg ik aan het hoofd van de verpleging. “Ja hoor,” zei ze. “De familie vindt het niet erg.”
We liepen vanuit haar kamer naar de lift, en vandaar naar de hoofdingang. Daar stond een erehaag van zo’n 25 personeelsleden. Stil. Respectvol. De familie omringde de kist, binnen een cirkel van zorgmedewerkers. Een gedicht werd voorgelezen. Een verpleegkundige legde een roos op de kist. Her en der werd een traan weggepinkt. Toen nam Henk het woord. “Dank jullie wel voor jullie betrokkenheid en zorg voor onze moeder. We waarderen het enorm, want we weten dat de laatste jaren niet makkelijk zijn geweest.”
Hij glimlachte. “Ik begrijp nu heel goed waarom jullie vandaag de vlag hebben uitgehangen,” zei hij met een knipoog. En samen met de familie liep hij naar buiten. “Mooi, hè? Moeder zou erom gelachen hebben.”

Alexander van der Pijl