Code Oranje
Als Oranje speelde dan was buurman Henri (76) de eerste die zijn huis omtoverde in de magische kleur. Hij wist alles over iedere speler en meestal had hij zelf een betere opstelling in gedachte. De straat waar hij woonde werd ook veranderd in een oranje kleur. Vlaggen, ballonnen, versieringen, het kon niet op. Een heuse buurttent gaf onderdak aan de hele straat. Voor de voetbalfans was er een groot scherm. Voor die mensen, die het niet leuk vonden, was de buitenbar een goed alternatief.
De buurt was dol op Henri, hij was de Haarlemmerolie en dus de verbinder van de buurt.
Door zijn afnemende gezondheid kon Henri ondanks alle hulp van de buren niet meer zelfstandig blijven wonen. Hij werd opgenomen in een verzorgingshuis. Henri en de buurtjes hielden contact. Oranje speelde weer, nu het EK. Henri kon niet zomaar naar buiten en sloeg de uitnodiging van de straat af. Hij zou alleen gaan kijken.
Tijdens de wedstrijd kregen wij een belletje van het verzorgingshuis. Er was iemand overleden. Eenmaal ter plaatse zagen wij Henri in zijn oranje shirt zitten voor de televisie. Overleden.
Bovenaan de kaart stond de tekst: Oranje heeft gewonnen, maar wij hebben Henri verloren.
Onderaan de kaart stond het kledingvoorschrift: iets met oranje.
Het werd een bijzonder afscheid. In de oranje gekleurde straat stonden wij nog een keer voor zijn oude huis. In het crematorium klonk zelfs Viva Hollandia. Veel mensen gekleed in oranje. Het was mooi en toch verdrietig. We hebben Henri verloren, zei de buurvrouw. En zo voelde het ook.
Alexander van der Pijl